Merijn Bisschops vormde de complexe structuur, spanningsboog, karakters en stijlkeuzes van de Libertijnse roman De Vijf, van A.H.J. Dautzenberg, om tot een op zichzelf staande concertervaring met dansfilm. Zijn reactie op het boek draagt bij aan de onafwendbare discussie over wat er in deze tijd wel of niet gezegd, geschreven of vertoond mag worden. The Five, een productie van Institute of Associations (IoA), wordt uitgevoerd door het Vlaamse gitaarkwartet Zwerm en drummer Karen Willems. De choreografie is gemaakt door Tegest Pecht-Guido.
Een audiovisuele trip
Merijn Bisschops: ‘Op het eerste gehoor is The Five een bruut muziekstuk met invloeden van drone doom, metal en indierock, maar zoals ook het boek meerdere lagen heeft om af te pellen, zit onder die ruwe buitenkant de mij kenmerkende rijke emotionele binnenwereld, instrumentale verfijning en uitdagende microtonaliteit.
Waar de muziek te zien is als een associatief conceptalbum bij het boek, is de dansfilm een artistieke reactie op het boek, waarin in het bijzonder de female en male gaze centraal staan. De film is het resultaat van een intensieve samenwerking van mij met choreografe Tegest Pecht-Guido en de performers Savannah du Toit, Rose Langley, Marisol Costa en Rusty Warren. Door het boek en het thema man-vrouwverhoudingen als uitgangspunt te nemen stond het maakproces op scherp, ik denk dat we dat terugzien in de beelden. De film toont een cynisch wereldbeeld waarin vrouwen en mannen onlosmakelijk zijn verbonden, en niet kunnen verbinden.’
De Vijf
A.H.J. Dautzenberg verkent met zijn roman De Vijf de vrijheid van meningsuiting in het huidige tijdsgewricht, en in het bijzonder de rol die kunst inneemt in dat discours. Vier tienermeisjes delen een duivelse drift naar seks en geweld. Ze leven zich helemaal uit in een ondergronds kunstwerk en verpulveren niet alleen de grenzen van de heersende moraal, maar ook die van de taal. Dautzenberg: ‘De roman vormt in zekere zin een pharmakon, gif en geneesmiddel tegelijk. We zijn geneigd om in kunst, en zeker in de literatuur, alleen het sublieme van de mens te tonen. Ik spiegel met mijn boek vooral het abjecte; we moeten bereid zijn de potentiële beul in onszelf te zien, het beest. The impulse of the perverse, om Edgar Allan Poe te citeren. Seks en geweld zijn oerdriften die geen motief nodig hebben om zich te manifesteren.’